Het Hellmanngetal: 19,3


Het Hellmanngetal, ook wel het koudegetal genaamd, is een maatstaf voor het aanduiden van de kou in het winterseizoen. Het koudegetal wordt gemeten in de periode van 1 november tot en met 31 maart. 
Het Hellmanngetal is bedacht door de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann (3 juli 1854 – 21 februari 1939). Hij wilde een methode om de strengheid, of zachtheid van de winter te bepalen. Een maatstaf, waardoor we de winters gemakkelijk met elkaar kunnen vergelijken. Hij heeft toen een manier bedacht waarbij alle vorstdagen in een winter bij elkaar worden opgeteld, en de uitkomst hiervan bepaald het Hellmanngetal van dat jaar. Aan de hand van één getal kan er dan worden gezien hoe warm of koud de winter is in vergelijking met voorgaande jaren.

De berekening van het Hellmanngetal

De berekening van het Hellmanngetal gaat als volgt. Eerst moet de gemiddelde dagtemperatuur worden bepaald. Dit wordt berekend over het gehele etmaal. Wanneer de uitkomst hiervan onder de 0 graden Celsius is, zal hij meetellen als Hellmanngetal. We laten nu het minteken voor de gemiddelde temperatuur weg. Dit vormt dan het Hellmanngetal van die dag. Wanneer het in een etmaal bijvoorbeel gemiddeld -2,8 graden Celsius, scoort die dag 2,8 Hellmannpunten.

Momenteel (6 maart) staat het koudegetal in Wichelen op 19,3 punten. Afgaande op volgende tabel klasseren we deze winter voorlopig als zacht. Het ziet er op dit moment niet naar uit dat er nog punten zullen bijkomen. Vorige winter was buitengewoon zacht en scoorde Wichelen amper 6,1 punten.

150  Streng
75    Zeer koud
50    Koud
30    Normaal
10    Zacht
0      Buitengewoon zacht