Einde eerste zomerse onweersperiode


Op 22, 23 en 24 mei was er in Wichelen op drie opeenvolgende dagen een weercode oranje voor onweersbuien. Een oranje weercode is de op één na hoogste waarschuwingsfase waarbij er een grote kans is op extreem of gevaarlijk weer. Waarschuwingen voor onweer komen regelmatig voor, zeker in de periode van mei tot en met september. Is drie dagen op rij dan zo uitzonderlijk?

In principe niet. Het is een typisch fenomeen tijdens de zomermaanden. De voorbije dagen was er amper wind en zat er nauwelijks beweging in het weer. Ook was er een zeer groot verschil tussen de temperatuur aan de grond en de temperatuur boven de 5000 meter hoogte. Daardoor ontstaat een zeer onstabiele situatie waarbij in de loop van de middag (meestal op het warmste moment van de dag) makkelijk onweersbuien kunnen ontstaan. Onweersbuien zijn dikwijls ook een lokaal verschijnsel. Het is eigenlijk niet mogelijk om een dag op voorhand de intensiteit en het juiste tijdstip van een onweersbui in Wichelen te voorspellen. Op 23 mei viel er in Wichelen amper 2,2 mm regen per m² terwijl 15 km zuidwestwaarts in Sint-Lievens-Houtem straten blank stonden. Zo zie je maar hoe moeilijk het soms is.

Als de bui lang boven een bepaald gebied blijft hangen kan er sprake zijn van een wolkbreuk. De term wolkbreuk wordt te pas en te onpas gebruikt. Om van een wolkbreuk te spreken moet er op 5 minuten tijd minstens 10 mm regen per m² vallen. Bij een hoeveelheid van 25 mm regen per uur is er ook sprake van een wolkbreuk. In Wichelen komt dit gemiddeld eens in de 10 jaar voor. Onze gemeente kende de afgelopen dagen geen problemen met wateroverlast. Toch paste deze situatie perfect in de opgemaakte klimaatscenario’s waarbij we in de toekomst steeds meer te maken zullen krijgen met meer intense onweersbuien, meer hagel en meer extreem weer.