Hoge luchtdruk


Afgelopen zaterdagavond 17 december was de luchtdruk in Wichelen gestegen tot 1040 Hectopascal. Meteen de hoogste waarde voor 2016. Volgens uw huiselijke barometer staat zo’n hoge waarde garant voor zonnig weer. Toch bleef het de hele dag somber en grijs.

Een hogedrukgebied of  anticycloon is een gebied waarin de luchtdruk op zeeniveau hoog is ten opzichte van de omgeving. Dit in tegenstelling tot een lagedrukgebied, waarin juist relatief lage barometerstanden worden gemeten. Het symbool voor een hogedrukgebied is de letter H. Ze worden op weerkaarten gebruikt om aan te geven waar een hogedrukgebied zich bevindt en worden altijd in de kern van een hogedrukgebied weergegeven waar de luchtdruk het hoogst is.

Een vuistregel is dat stijgende luchtdruk een weersverbetering aankondigt, terwijl dalende druk tot een weersverslechtering leidt. In de praktijk zal dat echter niet altijd het geval zijn. Dit heeft te maken met de dalende lucht in het hogedrukgebied. De wind om een hogedrukgebied draait op het noordelijk halfrond over het aardoppervlak met de wijzers van de klok mee, op het zuidelijk halfrond tegen de wijzers van de klok in. Dit wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde.

Hogedrukgebieden bewegen veel langzamer over het aardoppervlak dan lagedrukgebieden. Soms staan ze langdurig stil. Als een hogedrukgebied stilstaat boven bijvoorbeeld Noorwegen, voert het in de winter langdurig koude winden aan uit het oosten over onze regio, terwijl het in de zomer dan over een lange periode warm zal zijn. Een uitloper van het hogedrukgebied wordt een rug van hoge druk genoemd, een snel passerend hogedrukgebied een trekrug of tussenhoog. Het bekendst is het Azorenhoog bij de Azoren dat ontstaat door de uitwisseling van warmte tussen de tropen en de poolgebieden