Lage luchtvochtigheid


De relatieve luchtvochtigheid, in procenten, geeft aan hoeveel waterdamp zich in de lucht bevindt ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp. De relatieve luchtvochtigheid is een verhouding die aangeeft hoeveel waterdamp lucht bevat ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp die de lucht kan bevatten. Een waarde van 100% wijst op de maximale hoeveelheid waterdamp: de lucht is dan verzadigd. Bij een relatieve luchtvochtigheid van 50% bevat de lucht de helft van de maximale hoeveelheid waterdamp.

Buitenshuis kan de relatieve luchtvochtigheid enorm variëren, van minder dan 20% tot 100%. Binnen bedraagt de relatieve luchtvochtigheid meestal 40 – 60%. In een geventileerde ruimte kan de vochtigheid afhankelijk van de weersomstandigheden en eventuele verwarming echter ook binnenshuis enkele tientallen procenten afwijken. In de badkamer is de relatieve luchtvochtigheid meestal het hoogst.

De relatieve luchtvochtigheid wordt gemeten met een hygrometer, een elektronisch apparaat met sensor of een eenvoudige haarhygrometer. De lengte van de haar is een maat voor de luchtvochtigheid. Een ontvette mensenhaar wordt langer als de relatieve luchtvochtigheid toeneemt. Die lengteverandering wordt overgebracht naar een wijzer, die de vochtigheid aangeeft.

Vooral in het voorjaar daalt de relatieve luchtvochtigheid soms tot extreem lage waarden van minder dan 20%.
Dat was onlangs nog het geval op 27 maart. Dat gebeurt wanneer koude lucht van noordelijke breedten wordt aangevoerd. Op zulke zeer droge dagen is de lucht diepblauw van kleur, loopt de temperatuur overdag snel op om ‘s avonds weer sterk te dalen. De dagelijkse gang van de temperatuur, het verschil tussen dag en nacht, kan soms meer dan 20 graden bedragen. Onder zulke omstandigheden is er kans op vorst aan de grond of zelfs nog vorst op de normale waarnemingshoogte van anderhalve meter.