Lente begint steeds eerder


Eind februari werd gekenmerkt door een aantal zeer fraaie en uiterst warme lentedagen. Er waren in Wichelen maar liefst drie dagen op rij met een maxima van boven de 17 ºC. Er sneuvelden alweer verschillende warmterecords. De hoogste temperaturen in februari zijn nu rond de anderhalve graad hoger dan een eeuw terug wat de lijn ligt met de algemene opwarming van West-Europa.

Zo’n extreem weer was een eeuw geleden vrijwel onmogelijk. De temperatuur in februari heeft twee heel verschillende kanten. Bij noordoostenwind kan het echt heel koud zijn. Als dat de hele maand aanhoudt komt de hoogste temperatuur maar een paar graden boven nul, zoals in de zeer koude winters van 1947, 1963 en 1986. Anderzijds kan bij een zuidelijke stroming de temperatuur oplopen tot boven de 15 graden. Dat is overigens lang niet altijd in de laatste paar dagen, zoals dit jaar. In 2004 werd de hoogste temperatuur van 16.6 ºC al op 4 februari gemeten. Dit jaar kwam het kwik voor het eerst boven de 15 graden op 15 februari.

Door de opwarming van de aarde is het gemiddeld steeds eerder lente. Normaal valt de eerste dag met een maxima boven de 15 graden na half maart. We zien over vrijwel het hele noordelijk halfrond dat de lente tegenwoordig een paar weken eerder begint dan een eeuw geleden. Het dagnummer vanaf 1 januari waarbij voor het eerst sprake is van standvastig lenteweer schommelde in de jaren 70 rond dag 100, dat is half april. Daarna wordt het gemiddeld vroeger warm, met heel vroege extreem zachte weken in 2002, 2004 en 2007. Gemiddeld begint de lente nu ongeveer twee weken eerder dan in 1900-1970, met uiteraard variaties van jaar op jaar daaromheen.