Winter was afwisseling van warme en koude perioden


Met een gemiddelde temperatuur van 4,7 °C tegen 4,0 °C normaal was de winter zachter dan normaal. December was met 5,7 °C tegen normaal 4,3 °C  relatief de zachtste maand. De afwijkingen van normaal in januari (0,5 graden kouder dan normaal) en februari (1,2 °C  zachter dan normaal) waren kleiner. In februari was er markante vorstperiode van een ruime week, de rest van de winter bracht nauwelijks winters weer.

Na een zacht begin was het tot en met 10 december (vrij) koud met ’s nachts vaak lichte vorst. We bevonden ons in relatief koude zeelucht tussen lagedrukgebieden boven West- en Midden-Europa in. Tot de kerstdagen was de stroming zuidwestelijk en zorgden actieve storingen voor zacht en wisselvallig weer. Tijdens en na de kerstdagen leek het stromingspatroon veel op dat van de eerste koudere periode deze maand. Boven West-Europa lagen lagedrukgebieden gevuld met koude lucht. Het werd opnieuw kouder maar winters weer was het niet omdat de lucht over relatief warm water kwam. Op 27 december zorgde het lagedrukgebied dat door de West-Europese weerdiensten Bella genoemd is voor een krachtig windveld met rukwinden tot 80 km/h

Januari was met gemiddeld 3,2 °C iets aan de koude kant, maar winterweer kwam ondanks dat de stroming in de eerste week vaak oostelijk was nauwelijks voor. Daarna verkeerden we meestal onder invloed van depressies boven het Noordzeegebied. Soms waren deze gevuld met koude lucht waardoor het ’s nachts vroor terwijl overdag de temperatuur ruim boven nul kwam. Ook hadden we van tijd tot tijd te maken met zachte Oceaanlucht. 

Februari was een opmerkelijke maand met drie gezichten. Na een zacht en wisselvallig begin onder invloed van storingen bij de Britse Eilanden viel in de nacht van 6 op 7 februari de winter met sneeuw in. Tot en met 14 februari was het onder invloed van een krachtig hogedrukgebied boven noordoostelijke Atlantische Oceaan en later Scandinavië winters. ’s Nachts vroor het matig. De laagste temperatuur van de winter, -7,6 °C werd op 13 februari gemeten. Overdag kwam de temperatuur gedurende 6 dagen niet boven nul. Na een paar zachte en wisselvallige dagen brak onder invloed van een hogedrukgebied boven Midden-Europa een voorjaarsachtige periode aan met maximumtemperaturen tussen 15 en bijna 20 °C. De hoogste temperatuur van de winter, 19,3 °C, werd op 24 februari gemeten.

De winter als geheel was aan de vrij droge kant met 198 millimeter tegen 227 millimeter normaal. Vooral januari was duidelijk natter dan normaal. Februari was met 44 tegen 56 mm normaal droog. De eerste sneeuw van betekenis viel op 16 januari. Er viel 3-4 cm, maar de sneeuw dooide overdag weer weg. De vorstinval op 6 en 7 februari ging gepaard met meer sneeuw. De sneeuw bleef tot en met 14 februari liggen. Het was voor het eerst sinds 2013 dat er gedurende een langere periode in Wichelen sneeuw lag.

December en vooral januari waren sombere maanden. De zon scheen in de korte maand februari meer dan in de twee andere wintermaanden samen. Uiteindelijk was de afgelopen winter net iets zonniger dan normaal: 182u tegenover een normale waarde van 180u. Desondanks registreerden we afgelopen winter maar weinig dagen waarop de zon zich helemaal niet liet zien (27 dagen tegenover een normale waarde van 34,2 dagen). Daarmee eindigde deze winter hiervoor op de vijfde plaats achter 2014 (16 dagen), 2005 (20 dagen), 2016 (24 dagen) en 2020 (25 dagen).