De langste nacht


Als je naar de tijden van de zonsopgang en zonsondergang van je Druivelaar kalender kijkt, stel je vast dat vanaf 18 december de dagen ’s avonds al beginnen te lengen. Het duurt echter nog tot 4 januari alvorens de zon ’s ochtends vroeger begint op te komen. De vroegste zonsondergang heeft plaats op 12 december. De meest late zonsopkomst gebeurt op 31 december. Wanneer is het dan de langste nacht ?

De aarde draait rond de zon, dat hebben we op de lagere school geleerd. Die baan is geen cirkel, maar een ellips zodat tijdens de winter de aarde dichter bij de zon staat dan ’s zomers. Op 3 januari bevindt de aarde zich op een afstand van ongeveer 147 miljoen km van de zon. Op 4 juli is de aarde het verst verwijderd van de zon, namelijk op een afstand van ongeveer 152 miljoen km van de zon.

Door die kortere afstand tussen aarde en zon tijdens de winter zal onze planeet tijdens dit seizoen ook wat sneller draaien. De snelheid van de draaiing van de aarde rond zijn as is evenwel steeds dezelfde. Daardoor zien we de zon begin januari meer achterlopen ten opzichte van de sterren dan begin juli. Ook de schuine stand van de aardas ten opzichte van de baan om de zon beïnvloedt de lengte van de zonnedag.

Door al deze factoren zal de zon bij het begin van de winter dagelijks iets later door het zuiden gaan, ongeveer een halve minuut per dag. En dat is precies wat we ’s ochtends en ’s avonds ook merken. Het tijdstip van zonsopgang komt iets later, het tijdstip van zonsondergang evenzeer. Bij het begin van de astronomische winter (rond 21 december) hebben we wel degelijk de langste nacht van het jaar. Maar dat verschil is niet symmetrisch verdeeld over de zonsopgang en de zonsondergang. Vanaf 18 december gaat de zon later onder maar de zonsopgang is pas vroeger vanaf 4 januari.