Met een gemiddelde temperatuur van 10,9 °C tegen een langjarig gemiddelde van 9,5 °C was april eerder zacht. De maand werd gekenmerkt door een sterk wisselend weerbeeld, waarbij enkele koude dagen met (winterse) buien werden afgewisseld door zonnige perioden met zomers warme dagen.
De maand begon met twee zonnige en warme dagen. Daarna werd het licht wisselvallig met overdag temperaturen rond de 10°C en in de nachten plaatselijk lichte vorst. Vanaf 6 april kregen we te maken met een oostelijke stroming, waarmee geleidelijk zachtere lucht werd aangevoerd. Op 7 april steeg het kwik tot boven de 20 °C, waarmee de eerste warme dag van het jaar een feit was. Vanaf 9 april werd de stroming meer noordoostelijk en werd er geleidelijk koudere lucht aangevoerd. Het koudst was het tijdens de nacht van 13 april met een minima van -1,5° C. Het kwam in totaal tot 2 vorstdagen (minimumtemperatuur onder het vriespunt), tegen 3 vorstdagen normaal. Ook overdag was het koud voor de tijd van het jaar en bleef het kwik op 12, 13 en 14 april beneden de 10 °C steken.
Halverwege de maand werd de stroming meer zuidoostelijk en kwamen we in aanzienlijke zachtere lucht terecht. Dit was het begin van een langere periode met overwegend droog, zonnig en warm weer. Van 18 tot 24 april lagen de maximumtemperaturen dagelijks boven de 20 °C. Op 22 april steeg het kwik zelfs tot 25,1°C wat goed was voor een eerste zomerse dag. De warmte werd op 24 april verdreven waarna er een koeler en wisselvalliger weertype aanbrak.
Het grootste deel van de maand was het (overwegend) droog. Zo telde Wichelen deze maand 21 droge dagen. Met een totaal van 21 mm regen tegen 45 mm normaal, was april uiteindelijk behoorlijk droog en viel er minder dan de helft van de normale neerslag. April was verder een zeer zonnige maand met 200 uur zon, tegen 174 uur normaal. Vooral de periode van 7-23 april was erg zonnig, met van 19-22 april vier aaneengesloten onbewolkte dagen.