Op 20 januari werd in Wichelen een zeer uitzonderlijke hoge luchtdruk gemeten: 1047,8 hPa. In andere delen van het land lag de luchtdruk zelfs net iets hoger, dicht bij de 1050 hPa. En toch is dit niet zo heel bijzonder.
Luchtdruk is eigenlijk de druk, uitgeoefend op een oppervlak, als gevolg van het gewicht van de luchtkolom erboven. De ‘normale’ luchtdruk (herleid op zeeniveau) is gedefinieerd als 1013hPa. Is de druk hoger, dan spreken we van hoge druk, is de druk lager, dan spreken we van lage druk. Het hogedrukgebied van deze maandag 20 januari stond niet synoniem voor mooi weer. Er ontstonden mistbanken en er bleef lage bewolking hangen. Bij een hogedrukgebied in de zomer is het meestal mooi weer, maar in de winter verwachten we bij hoge druk eerder rustig, stabiel, droog weer, maar niet zozeer ‘mooi’ weer. Dit gebied van hoge druk is de tegenpool van het lagedrukgebied dat momenteel voor noodweer zorgt in het oosten van Spanje en boven de Middellandse Zee
Het krachtig hogedrukgebied strekte zich uit van het zuidwesten van de Britse Eilanden tot het noorden van de Balkan. Dankzij dit hogedrukgebied was de atmosfeer boven onze streken zeer stabiel. Dit hogedrukgebied werd gevormd door de specifieke dynamiek in de hogere luchtlagen en door de aanvoer van koude lucht in de onderste lagen van de atmosfeer. Ook al ligt deze configuratie aan de basis van het record dat in Ukkel werd verbroken, is deze niet uitzonderlijk en is ze eigenlijk zelfs typisch voor het winterseizoen.