Hogere temperaturen en de daarmee gepaard gaande toename in de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer leiden tot grotere en intensere extreme buien. De trend naar extremere buien is in België al duidelijk zichtbaar maar naarmate de opwarming zich verder voortzet, moeten we ook rekening houden met een grotere omvang van dit soort buien.
Hevige buien kunnen leiden tot plotselinge overstromingen met slachtoffers en grote economische schade. De hevige regenval in juli in de Ardennen laten de enorme impact zien van het optreden van een reeks van zware buien. Dit soort extreme weergebeurtenissen treden wereldwijd steeds vaker op. Dit komt voornamelijk door een toename van de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer, namelijk 7 procent per graad opwarming. Waarnemingen laten zien dat de meest extreme buien nog sterker kunnen toenemen, tot 14 procent per graad.
Onder warmere condities treden buien vaker op in georganiseerde clusters. Zogenaamde ‘koude poelen’ spelen hierbij een essentiële rol. Verdamping van vallende neerslag onttrekt warmte aan de lucht, waardoor deze afkoelt, zwaarder wordt en met de regen naar beneden beweegt. Deze koude poelen vallen als het ware omlaag en spreiden zich aan het aardoppervlak uit. De koude lucht die uitspreidt, tilt de daar aanwezige lucht op, wat weer nieuwe buiencellen kan initiëren. Zo ontstaan clusters van buien.
Omdat de groei van de grootte van buien ook afhankelijk is van andere factoren die nog niet onderzocht zijn, staat niet met zekerheid vast dat buien daadwerkelijk groter worden in een warmer België. Wel staat vast dat extreme buien in intensiteit toenemen. We moeten daarom rekening houden met grotere hoeveelheden neerslag in korte tijd over een groter gebied. Extra berging zoals bij het Sigmaplan voor de Schelde helpen om overlast tegen te gaan.