Ook al is het nog maar begin december, toch weten we nu al dat 2018 te boek zal staan als uitermate droog en zonnig. Sinds april lag er vrijwel permanent een hogedrukgebied bij ons in de buurt. Hierdoor trokken er minder stormen dan gemiddeld voorbij. Ze werden geblokkeerd in hun pad of bogen af naar het noorden of zuiden, zodat we relatief vaak noorden- of oostenwind hadden.
Een zo extreem langdurige afwijking komt maar weinig voor en onderzoekers zullen dit weerjaar ongetwijfeld in detail gaan bestuderen. Er zijn signalen dat de versnelde opwarming op hogere breedten en het verdwijnende zee-ijs kan leiden tot een westcirculatie met systematisch grotere en langdurigere afwijkingen zoals dit jaar. Klimaatmodellen (en hun onderzoekers) zijn hierover echter nog niet eensgezind, onder andere omdat de natuurlijke variatie in stromingspatronen groot is, ook op langere tijdschalen.
Op grond van de waarnemingen kunnen we de situatie van 2018 niet met zekerheid toeschrijven aan de klimaatverandering. Ook de modellen die voor het vorige IPCC-rapport gebruikt zijn laten geen toename van de kans op dit soort extremen zien. Wetenschappers gaat er dus vooralsnog van uit dat het puur toeval was.
Liefhebbers van temperaturen onder het vriespunt kijken al reikhalzend uit naar de winter, want als dit stromingspatroon ook de komende tijd weer terugkomt, biedt dat perspectief: in de winter brengt een blokkade immers vaak (maar niet altijd!) winterkou. Daarentegen is ‘het gebrek’ aan westenwind de windenergiesector vanzelfsprekend een doorn in het oog. Op dit moment is de verwachting voor de komende twee weken onzeker en ook voor de hele winter is nog geen goede verwachting te maken.