Ballonvaren en het weer


Vaak worden ze in de avond gezien, soms ook ’s ochtends maar in de zomer zelden overdag: heteluchtballonnen. Een luchtballon blijft volledig afhankelijk van de weersomstandigheden. Correcte informatie van het weer is dan ook een vereiste voor een veilige ballonvaart. Hoe werkt het principe van een heteluchtballon eigenlijk?

Het principe van een heteluchtballon heeft te maken met het verschil in temperatuur tussen de heteluchtballon en de buitenlucht. Ballonvaren is mogelijk door de balans in het temperatuurverschil hiertussen. De binnenkant van de ballon wordt verwarmd en aangezien warmere lucht de eigenschap heeft om te stijgen, zal de ballon na verloop van tijd óók gaan stijgen. Hoe groter het temperatuurverschil tussen de ballon en de buitenlucht, hoe groter de stijgkracht is.

Tijdens het ballonvaren neemt de ballon de snelheid van de wind in de buitenlucht aan. Veel wind hoger in de lucht is vaak geen probleem, maar bij té veel wind kan de ballon tijdens de start al problemen ondervinden. De landing kan dan ook onrustig verlopen en het mandje kan hard over de grond gaan slepen.

Nog een fenomeen waar ballonvaarders rekening moeten mee houden zijn thermiekbellen. Zweefvliegtuigen hebben profijt van thermiekbellen, voor heteluchtballonnen is dat echter juist niet het geval. Thermiek ontstaat simpelweg doordat de zon de aarde verwarmt. Het oppervlak van de aarde straalt deze warmte weer uit in de vorm van stijgende warme ‘luchtbellen’. Voor het ballonvaren zijn thermiekbellen ongunstig, omdat ze een ongewenst snelle stijging kunnen veroorzaken van een ballon, waardoor landen bijvoorbeeld niet meer mogelijk is. Ook bevindt zich rondom de thermiekbel vaak vrij veel turbulentie, wat het ballonvaren ook zeker niet veiliger en prettiger maakt.