droogteseizoen begint na zeer droge maart


U heeft het ongetwijfeld al gemerkt. De voorbije weken verliepen uiterst droog. De periode waarin we droogte monitoren startte onlangs op 1 april. Elk jaar van 1 april tot en met 30 september wordt het neerslagtekort bijgehouden. Het neerslagtekort is het verschil tussen de hoeveelheid vocht die verdampt en de hoeveelheid neerslag die er valt.

In het meteorologisch droogteseizoen (april tot en met september) is de verdamping meestal groter dan de neerslag. Hierdoor droogt de bodem uit, er ontstaat een neerslagtekort. Dat is normaal in deze periode van het jaar. Er zijn overigens uitzonderingen, zoals vorig jaar, waarin de hoeveelheid neerslag groter was dan de verdamping. Wat dit jaar opvalt is dat er in de maanden februari en maart fors minder neerslag is gevallen dan het langjarig gemiddelde. In maart viel 7,2 millimeter neerslag tegen normaal 53 millimeter. Tussen 1 januari van dit jaar en half april is er slechts de helft van de normale hoeveelheid neerslag gevallen.

De afgelopen decennia is de verdamping toegenomen. Dit komt door meer zonnestraling en hogere temperaturen. De hoeveelheid neerslag is echter ongeveer gelijk gebleven. Hierdoor wordt het verschil tussen verdamping en neerslag steeds groter, de bodem droogt in het groeiseizoen steeds meer uit. Sinds begin deze eeuw zijn de verdamping en het verschil tussen verdamping en neerslag beide ongeveer 60 millimeter toegenomen. De relatieve toenames zijn respectievelijk 13 procent en 130 procent. Procentueel gezien geeft een kleine toename in de verdamping een grote toename in droogte.

Er zijn vele manieren om droogte te monitoren. Iedere index heeft voor- en nadelen. Een van de nadelen van het neerslagtekort is dat deze alleen in het zomerhalfjaar zinvol is, in de winter verdampt er bijna geen vocht.