Schonere lucht zorgt voor steeds minder mist.


Mist komt nu minder vaak voor dan pakweg 60 jaar geleden. Sinds 1960 is het aantal uren per jaar met zicht minder dan 1000 meter gedaald van 500 tot minder dan 200 uur. Reden is dat de lucht veel schoner is geworden. Als de luchtvervuiling blijft afnemen en door klimaatverandering het aantal winterdagen met westenwind toeneemt, zal het aantal mistdagen verder afnemen.

In onze streken komt mist zeer regelmatig voor. De definitie van een mistdag is dat er op die dag gedurende minstens een uur een zicht van minder dan 1000 meter wordt waargenomen. Mist bestaat uit een verzameling kleine en grote zwevende druppeltjes. De deeltjes zijn te klein om naar beneden te vallen zoals regendruppels en blijven in de lucht rondzweven totdat de mist optrekt door opwarming van de lucht en de mistdruppeltjes verdampen. Vooral bij rustig en koud weer waarbij er opklaringen zijn in de bovenlucht kan de onderste luchtlaag zeer gemakkelijk afkoelen. Door condensatie van waterdamp in de lucht ontstaan er veel waterdruppeltjes die zo klein zijn dat ze blijven zweven. Hoe meer stofdeeltjes de lucht bevat, hoe makkelijker waterdamp hierop kleine, zwevende waterdruppeltjes vormen.

In de zomer verdwijnt de mist bijna altijd snel na zonsopkomst omdat de zon de lucht opwarmt. In de winter daarentegen kan de mist zeer hardnekkig zijn. Vooral als het een klein beetje blijft waaien kan een mistbank zichzelf blijven voeden. Er wordt dan telkens opnieuw warme en vochtige lucht van bovenaf ingemengd in de koude laag, de mist groeit hierdoor. Uiteindelijk zal de mist optrekken door opwarming of wegtrekken als de wind meer toeneemt.

Vanuit de metingen zien we dat het aantal dagen met mist sterk is afgenomen. Ook in grote delen van Europa is het aantal mistdagen de laatste 50 jaar ongeveer gehalveerd. Als het mistig is, is de mist tegenwoordig ook vaak minder dicht. Deze toename van het zicht wordt grotendeels toegeschreven aan het steeds schoner worden van de lucht, waardoor er nu veel minder condensatiekernen in de mistlaag aanwezig zijn dan pakweg 35 jaar geleden. Door verdere milieumaatregelen is de verwachting dat de kans op mist in de toekomst verder zal afnemen.