Meer dagen met hevige neerslag door klimaatverandering


Drie dagen met hevige regenval heeft geleid tot grote wateroverlast in België. Voor het eerst gaf het KMI een code rood uit voor zware regen. Vooral dat het zo lang bleef regenen is opvallend. Klimaatverandering heeft hier een bijdrage aan geleverd doordat de lucht warmer en vochtiger is dan voorheen.

Op sommige plaatsen in de Ardennen is op dinsdag 13 juli en woensdag 14 juli meer dan 150 millimeter gevallen. Dat is ruim twee keer de normale hoeveelheid neerslag in juli. De hevige regenval heeft veel schade aangericht in. De wateroverlast had te maken met een hardnekkig lagedrukgebied. Het lagedrukgebied kon nergens heen, doordat boven Zuid-Scandinavië vooral op hoogte een blokkerende gordel van hoge druk lag. Dat voorkwam dat het lagedrukgebied door kon schuiven naar bijvoorbeeld Oost-Europa.

Ook de lucht die rond het lagedrukgebied tolde, was al sinds begin vorige week boven Centraal-Europa aanwezig. Deze lucht werd telkens weer voorzien van nieuw vocht door verdamping boven de natte bodems in Centraal-Europa, waarna het vocht weer in de vorm van neerslag in onder andere het maasgebied gedumpt werd. De bodems  waren er al nat doordat de eerste helft van juli regenachtig verliep.

Dit soort extreme weersituaties kwamen vroeger ook voor. Het is echter niet zomaar vast te stellen of de kans op een geblokkeerd lagedrukgebied zonder klimaatverandering minder was geweest. Maar hoe dan ook geldt: áls zo’n lagedrukgebied blijft hangen, neemt door klimaatverandering de hoeveelheid regen die eruit valt toe. In deze situatie speelde vooral het traag verplaatsen van het lagedrukgebied een belangrijke rol. Voor zover bekend heeft de klimaatverandering weinig invloed op het luchtdrukpatroon, maar er zijn wel aanwijzingen dat lagedrukgebieden door de klimaatverandering minder snel van plaats veranderen.

Ook leidt de klimaatverandering onder andere tot:

De toename in extreme neerslag is te zien aan het aantal dagen in de zomer met minstens 20 millimeter neerslag: dit aantal steeg tussen 1961-1990 en 1991-2020 met 25 procent. Verder is de toename in neerslag ook goed te zien naast de opwarmende trend: tussen 1960-1991 en 1991-2020 nam in de zomer de temperatuur toe met 1,3 °C en de neerslag met 13 procent.

De hoeveelheid vocht neemt toe met 7 procent per graad opwarming en is in het huidige klimaat van 1991-2020 dus 9 procent hoger dan in de periode 1960-1991. Dit geldt bij benadering ook voor de hoeveelheid neerslag die uit een bui valt.  Wereldgemiddeld neemt de neerslag overigens minder sterk toe. Deze is namelijk in evenwicht met de verdamping, die per graad opwarming slechts 2 procent toeneemt. Per saldo is het in een warmer klimaat daarom vaker droog. Maar als het regent, dan regent het harder. 

Bron: KNMI