Rustig weer komt in de nazomer het meest voor. Bij rustig weer denk je niet meteen aan weerextremen. Toch kan juist (aanhoudend) rustig weer aanleiding geven tot (weer-)waarschuwingen. In de zomer blijft de hitte langer hangen en neemt de kans op zomersmog toe. In herfst en winter verhoogt rustig weer de kans op mist en wintersmog. Klimaatmodellen geven aan dat rustig nazomerweer in de toekomst mogelijk vaker gaat voorkomen.
Rustig weer is eigenlijk niet goed gedefinieerd in de meteorologie. In het dagelijks taalgebruik bedoelen we met rustig weer dat er nauwelijks of geen wind staat. De term komt geregeld terug in de weerberichten. Maar hoe vaak is het eigenlijk ‘rustig weer’? In Wichelen is het in september gemiddeld 5 à 6 procent van de tijd windstil en staat er vrij vaak maar windkracht 1 of 2. Gezien over het hele jaar komt rustig weer het meest voor in de nazomer, vooral in de maanden augustus en september. In januari komt windstil weer maar weinig voor. Zodra de wind wegvalt kan door een snelle afkoeling van met waterdamp verzadigde lucht al snel mist ontstaan.
Voor veel en langdurige mist moet het trouwens wel een klein beetje blijven waaien. De mistvorming wordt door een licht briesje juist versterkt omdat de mistdruppeltjes zich daardoor gemakkelijker mengen en zich naar boven toe verspreiden waardoor de mistlaag dikker wordt. Toch komt mist verreweg het meest voor bij rustig weer (windkracht 2 of minder) en verreweg het meest in de herfst en de winter. Hoe vaak het mistig is, verschilt daarbij veel van jaar tot jaar. Dit hangt samen met de dominante weersystemen in het seizoen. Veel rustig weer hangt nauw samen met de aanwezigheid van een hogedrukgebied. Vaak is het overdag, na het optrekken van de mist, dan ook juist erg mooi en zonnig weer. Door het schoner worden van de lucht in België komt (dichte) mist tegenwoordig minder vaak voor dan voor 1980.