Winterse buien maar winter lijkt voorbij


Na een zeer zachte december en januari, met respectievelijk 1,8°C en 2,5°C boven het klimatologische gemiddelde, kunnen we gerust stellen dat de winter tot nu toe zeer zacht is verlopen. Ondanks deze wisselvallige week met een paar winterse buien lijkt ook in februari de winter tot nu toe ver weg. Hoe komt het dat we in Wichelen bijna geen winterweer hebben gehad?

Het weer is deze winter niet alleen erg zacht maar ook wisselvallig, met buien en af en toe veel wind. In de winter gaan hogere temperaturen en regenachtig of winderig weer vaak samen. Wanneer lagedrukgebieden zich ophouden nabij IJsland of Groot-Brittannië staat er bij ons een zuidwestelijke stroming, waarmee vochtige lucht van boven zee wordt aangevoerd. Omdat het zeewater ten zuidwesten van ons in de winter warmer is dan het land, voert een zuidwestenwind zachtere lucht aan. Daarnaast is deze lucht soms afkomstig uit de (sub)tropen, waardoor de aangevoerde lucht sowieso al een stuk warmer is. Tegelijkertijd zorgt de nabijheid van lagedrukgebieden ervoor dat er regelmatige storingen passeren, met naast flink wat regen ook veel bewolking en wind. Deze laatste twee verhinderen dat de temperatuur goed kan dalen in de nacht, waardoor ook de nachten vaak zacht zijn.

Deze winter hebben we te maken met zo’n zuidwestelijke stroming en is het dus zacht en wisselvallig. Lagedrukgebieden hielden zich vaak op boven het noordwesten en hogedrukgebieden boven het zuidoosten van Europa. Er was dus sprake van een aanhoudend afwijkend drukpatroon met hardnekkige lagedrukgebieden boven de Atlantische Oceaan, die noemenswaardig winterweer tot nu toe onmogelijk hebben gemaakt. Overigens was het niet alleen zeer zacht in Europa, maar was januari ook wereldwijd de warmste maand sinds het begin van de metingen.

Voor het weer van dag tot dag heeft het meestal weinig zin om verder te kijken dan vijf tot zeven dagen vooruit. Weermodellen worden echter steeds beter en dus wordt het geleidelijk ook interessanter om verder vooruit te kijken. Op lange termijn heeft het alleen maar zin om te kijken naar gemiddelde grootschalige weerpatronen, hetgeen een indicatie kan zijn voor het voorkomen van een bepaald weertype. Zo lieten de wekelijkse ECMWF-maandverwachtingen al sinds begin januari een sterke indicatie zien voor een hardnekkige zuidwestelijke stroming later die maand en begin februari. Kijkend naar de meest recente maandverwachting, valt op dat er een relatief grotere kans is dat lagedrukgebieden in noord(west) Europa ook de rest van februari het weerpatroon zullen domineren waardoor het over en uit lijkt met de winter. (Bron knmi)