De komende dagen wordt het tijdelijk wat frisser met nachtvorst. Er komt tevens een noordoostenwind te staan die het nog een stukje kouder zal doen aanvoelen. Dit verschijnsel staat ook wel bekend als “windchill”. Warmteverlies drukken we uit in een gevoelswaarde van de temperatuur: de gevoelstemperatuur. Het verschil tussen de gemeten luchttemperatuur en de gevoelstemperatuur is een maat voor extra warmteverlies.
Er bestaan verschillende berekeningsmethoden. Bijvoorbeeld die van Siple en Passel, ontwikkeld uit experimenten in 1939 tijdens een poolexpeditie. Steadman (1971) baseerde zijn methode op de hoeveelheid kleding die nodig was om mensen te beschermen tegen de kou.
Meetmethode
Meestal maakt voor de berekening van de gevoelstemperatuur gebruik van een in Canada ontwikkelde formule, de JAG/TI methode. Ook de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en IJsland hanteren deze formule. Deze wetenschappelijk onderbouwde methode (Joint Action Group on Weather Indices) is gebaseerd op het warmtetransport van het lichaam naar de huid.
De JAG/TI index staat dichter bij de menselijke ervaring van warmteverlies dan andere methodes. Verschillende instellingen die te maken hebben met gezondheidsadviezen maken gebruik van de hierbij behorende tabel voor de gevoelstemperatuur.
Effect zon
De vermelde gevoelstemperatuur geldt voor een gezond, volwassen en wandelend persoon van gemiddelde lengte. De
gevoelstemperatuur wordt berekend uit een combinatie van de luchttemperatuur en de gemiddelde windsnelheid. De zon speelt geen rol in de berekeningsmethode. Maar bij zonnig weer voelt het minder koud aan dan de berekende gevoelstemperatuur doet vermoeden. Ook wanneer je met de wind in de rug wandelt, voelt het minder koud aan.